VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Zwaar onderverzekerde miljoenenvilla kan tussenpersoon tonnen kosten

Geplaatst op: 05-03-2019, 10:29:44

Een taxateur en een tussenpersoon moeten bloeden na een brand in een miljoenenvilla in 2016. De woning werd ingrijpend en luxueus verbouwd, maar de verzekerde som werd onvoldoende naar boven aangepast. De inboedel was een half miljoen waard, maar werd voor ‘slechts’ anderhalve ton verzekerd. De taxateur deed te lang over het rapport, de consument treuzelde met het aanleveren van gegevens en de tussenpersoon was nalatig in de opvolging. De rechtbank in Den Haag legde de grootste schuld bij de tussenpersoon. De schade loopt in de tonnen.

De villa was aanvankelijk verzekerd bij Reaal met een herbouwwaarde van 772.200 euro. De eigenaren zijn gaan verbouwen en toen de verbouwing in de afrondende fase kwam, heeft de tussenpersoon voorgesteld om in afwachting van de taxatie alvast de verzekerde som te verhogen tot anderhalf miljoen euro. Een taxatiebureau wordt ingeschakeld om de nieuwe herbouwwaarde te berekenen en de inboedel te taxeren.

Facturen

Eind september 2015 vindt de taxatie plaats en vraagt de taxateur bij het bezoek om facturen van de verbouwing en nota’s van de inboedel. De consument vraagt om wat uitstel omdat hij nog middenin de verhuizing zit. Een maand later stuurt de tussenpersoon een berichtje om naar de stand van zaken te vragen, waarop de klant om wat extra tijd vraagt. Pas in april 2016 vraagt de klant zelf naar het vervolg.

‘Goed zo’

De klant stuurt hem: “Moesten we nu nog iets met die taxateur of is alles helemaal goed zo? Heb volgens mij geen papieren binnen gekregen.” De tussenpersoon antwoordt na drie dagen: “Ik reageer later deze week nog even want zou het toch wel prettig vinden als die taxatie gedaan zou worden. Ik ga de taxateur hierover even bellen en je dan berichten.” De taxateur komt begin mei weer in actie en stuurt een mail aan de tussenpersoon: “Inmiddels al weer enige tijd terug zijn wij geweest bij mijn relatie de heer [eiser], [adres] voor het vaststellen van een correcte verzekerde som voor de inboedel en opstalverzekering. De heer [eiser] had deze woning en heeft deze compleet gerenoveerd, aan- en verbouwd. Wil jij met [eiser] kontakt opnemen om met hem te bespreken welke bescheiden jij nog nodig hebt om een rapport te maken met te verzekeren bedragen?”

Brand

Eind mei zegt de consument dat hij in verband met de geboorte van zijn kind even onbereikbaar was, maar dat hij graag opnieuw een afspraak inplant. Tot een nieuwe afspraak kwam het niet, de villa brandde in juni 2016 af.

Na de brand werd de inboedel getaxeerd op ruim 514.000 euro, de inboedelschade op bijna 400.000 euro. Zo’n 277.000 werd niet vergoed. De herbouwwaarde van de villa bleek niet anderhalf miljoen euro, maar 1.932.000 euro. De schade door onderverzekering bedraagt hier bijna 239.000 euro. Aan de rechtbank de vraag wie er schuldig is aan de schade.

Paardenhaar

Alle partijen dragen volgens de rechter een deel van de schuld. De consument had een eigen verantwoordelijkheid om de spullen op tijd aan te leveren. De taxateur had vooral moeten zien dat de verzekerde som van de inboedelverzekering veel te laag was. De villa had handgemaakte gordijnen van paardenhaar, er was een bioscoop en een volledig ingericht fitnessruimte. De rechtbank schrijft: “Op de foto’s […] is bovendien een goed gevulde klimaatkast met wijn en champagne en een grote hoeveelheid luxueuze haar- en huidverzorgingsproducten te zien. Op de door [eiser] in het geding gebrachte inboedellijst, behorend bij de akte van taxatie, staat een grote hoeveelheid kleding van merken als Armani, Hugo Boss, Dolce & Gabbana, Moncler, Prada en Oger […].”

Op de foto’s is bovendien een goed gevulde klimaatkast met wijn en champagne te zien

“Hoewel [taxateur] heeft gesteld dat hij niet heeft ingeschat dat de inboedel onderverzekerd was, kan naar het oordeel van de rechtbank van een taxateur worden verlangd dat hij in staat is de waarde van een inboedel grofweg in te schatten. Het verschil tussen de verzekerde som van € 155.500 en de uiteindelijk vastgestelde waarde van € 514.043 is zó groot dat [taxateur] […]wel moet hebben kunnen inschatten dat de inboedel hoogstwaarschijnlijk onderverzekerd was. Hij heeft niettemin nagelaten [eiser] of [tussenpersoon] daarop te attenderen.”

Domotica

Voor de opstal lag dat anders. “Het verschil tussen de verzekerde som van de opstal van € 1.579.000 en de uiteindelijk vastgestelde herbouwwaarde van € 1.931.892 is ook niet zodanig dat alleen al op basis daarvan kan worden aangenomen dat [partij B] de onderverzekering op het oog had kunnen vaststellen. Dat geldt temeer nu [partij B] ter zitting (onweersproken) heeft gesteld dat hij meer informatie wenste te ontvangen over de zogenoemde ‘e-domotica’ […], die leidt tot een waardeverhoging van de opstal, maar dat [eiser] die informatie niet heeft verstrekt.”

Verantwoordelijkheid

Bij de verdeling van de schade maakt de rechter onderscheid tussen de opstal- en de inboedelverzekering. Bij de opstal was de verantwoordelijkheid van de tussenpersoon het grootst. “Het was immers de verantwoordelijkheid van [tussenpersoon] om te zorgen voor een goede verzekeringsdekking, waarvoor het taxatierapport van [taxateur] nodig was. [Taxateur] en [eiser] hadden geen aanleiding te veronderstellen dat de opstal onderverzekerd was, maar zij hadden niettemin adequater moeten handelen na het bezoek van [Taxateur] […].” De aansprakelijkheidsverhouding werd vastgesteld op 60 procent voor de adviseur, 30 procent voor de taxateur en 10 procent voor de consument.

Gelijke verdeling

Voor de schade aan de inboedel koos de rechtbank voor een gelijke verdeling. “Daarbij wegen naar het oordeel van de rechtbank de fout van [tussenpersoon] (het niet opvolgen van de taxatie), die van [taxateur] (het niet adequaat handelen na het taxatiebezoek, in de wetenschap dat sprake was van een forse onderverzekering) en die van [eiser] (het niet aanleveren van bonnen én het niet signaleren van de onvoldoende verzekeringsdekking) even zwaar.”

Aannemer

Omdat de brand waarschijnlijk het gevolg was van een constructiefout van de aannemer, verwachten de partijen dat ook die nog een deel van de kosten zal dragen. Hoe hoog de exacte schade is, blijft dus voorlopig nog onbekend.

Bron: bijdrage van Bart van de Laak van 1 maart 2019 op www.amweb.nl

Vorige pagina